Geroosterde zoete aardappelen met Turkse pepers en labne

Ingrediënten

• 4 zoete aardappelen, elk ca. 300-400 g, schoongeboend
• 1 stengel citroengras, alleen het wit, fijngehakt
• 150 ml rijstwijnazijn
• 50 g fijne kristalsuiker
• 200 ml druivenpit- of koolzaadolie
• 2 sjalotjes, gesnipperd

• 120 g scherpe rode Turkse pepers (sivri biber) of piquillopepers uit een pot, uitgelekt en in reepjes gesneden
• 150 g labne (uitgelekte yoghurt, hangop)
• 1 handvol koriander, blaadjes losgetrokken, gewassen en kleingesneden
• 2 eetlepels dukkah (Turkse winkel of zie onderaan het recept)

Bereiden

Verwarm de oven voor op 210 °C. Leg de zoete aardappelen op een bakplaat. Prik ze met de punt van een scherp mes een paar keer in. Dek ze af met aluminiumfolie en bak 30-50 minuten, of tot ze zacht zijn. (Als je er geen moeite mee hebt de boel te bedotten - laat mijn vrouw het niet horen! - kook de aardappelen dan eerst 12 minuten in de magnetron en pof ze vervolgens 8-10 minuten in de hete oven. Ik kook aardappelen stiekem al jaren zo zonder dat Mrs W. het weet...)

Breng ondertussen in een steelpan het citroengras met azijn en suiker aan de kook en neem van het vuur. Laat intrekken tot de zoete aardappelen gaar zijn.

Leg de zoete aardappelen op een mooie schaal en laat iets afkoelen. Zeef de citroengras-azijn boven een kommetje, klop de olie erdoor en doe de sjalotjes erbij.

Snijd de aardappelen open en bedruppel met wat citroengrasdressing. Garneer met de Turkse pepers en lepel de labne erover. Druppel nog wat dressing erover en garneer met koriander. Strooi de dukkah erover en serveer.

Dukkah

Voor 200 g dukkah. Verwarm de oven voor op 180 °C. Strooi 100 g hazelnoten op een bakplaat en rooster ze 5-10 minuten in de oven. Leg ze nog warm in een theedoek en wrijf tot de velletjes loskomen. Zet weg. Verwarm een koekenpan op laag vuur. Strooi 2 theelepels witte peperkorrels en 1 eetlepel korianderzaad erin en rooster ze voorzichtig: schud de pan steeds goed, tot je wat rook of stoom van de specerijen ziet komen. Doe gelijk over in een kom om af te koelen, zodat ze niet kunnen verbranden. Rooster 1 eetlepel sesamzaad en 2 theelepels gekneusd komijnzaad gescheiden; schud de pan voortdurend om verbranden te voorkomen. Doe ze in een andere kom dan de peperkorrels. Stamp de hazelnoten in een vijzel klein. Voeg het peper-koriander-mengsel toe en stamp het geheel tot het de consistentie van gemalen peper heeft. Doe vervolgens de sesam- en komijnzaadjes erbij, voeg 1½ eetlepel zoutvlokken en 1 eetlepel kokosbloesemsuiker toe en meng goed. In een luchtdicht afgesloten bakje kun je dukkah op een donkere plek een aantal maanden bewaren.