Echte citroentaart

Voorbereiden

Maak de vulling één dag van tevoren. Boen de citroenen schoon en droog ze af. Schil twee citroenen; verwijder daarbij alle witte velletjes. Schil de andere twee citroenen niet. Snijd alle vier citroenen in zeer dunne schijfjes en haal de pitjes eruit. Schep de schijfjes citroen met de suiker om tot ze een suikerlaagje hebben. Dek de kom af en laat hem een nacht staan.

Bereiden

Zeef de bloem en een snufje zout in een grote kom en roer de suiker erdoor. Wrijf met je vingertoppen de boter licht door het mengsel tot het op broodkruim lijkt. Maak een kuiltje in het midden en giet het ijswater er geleidelijk in. Meng het geheel met een plat mes tot deeg. Voeg indien nodig nog wat ijswater toe.

Stort het deeg op een met bloem bestoven werkoppervlak. Snijd het doormidden en rol elke helft uit tot een ronde lap van 30 cm in doorsnede. Wikkel de deeglappen in plasticfolie en leg ze 30 minuten in de koelkast.

Verwarm ondertussen de oven voor tot 180 °C. Vet een taartvorm van minstens 3 cm diep en 23 cm in doorsnede licht in. Druk een van de deeglappen voorzichtig in de taartvorm. Dek al het deeg af met plasticfolie en zet het 20 minuten in de koelkast.

Maak ondertussen de vulling af. Schep 750 ml van de citroenschijfjes met vocht in een kom, voeg de eieren toe en roer alles goed door. Schep het mengsel in de gekoelde deegvorm en dek de taart af met het ronde deegdeksel. Snijd de randen bij en knijp ze dicht tot een decoratieve rand. Rol de deegrestjes opnieuw uit en snijd er vormpjes uit. Leg ze op de taart en bestrijk de bovenkant met melk.

Bak de taart 50-55 minuten of tot het deeg goudbruin kleurt. Haal de citroentaart uit de oven en laat hem langzaam afkoelen. Serveer de taartpunten zo uit de vorm en druppel er room over.

Extra benodigd

Taartvorm (Ø 23 cm), plasticfolie

Bewaartip

Citroentaart smaakt het best op de dag dat hij is gemaakt.