Mini donuts met vanillebotercrème en kaneelsuiker

Voorbereiden

Doe de gist, 100 ml warm water en 3 theelepels suiker in een kom. Laat 10 minuten op een warme plaats staan tot er een schuimlaagje bovenop ontstaat. Zeef de bloem en een mespuntje zout boven een andere kom, en wrijf de boter met je vingertoppen erdoorheen. Voeg ei, zure room, kaneel, vanille-extract en gistmengsel toe en meng alles met je handen door elkaar. Blijf kneden tot het deeg zacht en soepel is. Is het deeg te plakkerig, voeg dan wat extra bloem toe. Dek de kom af met een vochtige theedoek en laat het deeg 1 uur op een warme plaats rusten, tot het deeg in volume is verdubbeld.

Sla het deeg plat, zodat de lucht eruit gaat, en vorm 60 balletjes van 5 cm doorsnede. Druk ieder balletje een beetje plat en maak met een klein, rond uitsteekvormpje (Ø 2 cm) een gaatje in het midden. Leg de deegringen op enige afstand van elkaar op 2 met bakpapier beklede bakplaten, bedek ze met vochtige theedoeken en laat 30 minuten rusten tot ze in volume zijn verdubbeld.

Bereiden

Verhit de olie in een diepe steelpan. Gooi een klein stukje brood in de olie; als dit blijft drijven en goudbruin wordt is de olie heet genoeg. Bak de donuts in porties ongeveer 2-3 minuten per kant tot ze goudbruin zijn. Haal ze met een schuimspaan uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier.

Verwarm voor het vanilleglazuur de poedersuiker, boter, het vanille-extract en 60 ml water in een steelpannetje; blijf roeren tot de boter gesmolten is. Leg aluminiumfolie onder een rooster om eventuele druppels op te vangen en doop de helft van de donuts in het glazuur. Leg ze weer terug op het rooster met behulp van de schuimspaan. Verwarm, als deze glazuurlaag droog is, het glazuur in de pan opnieuw voor een tweede laag. Als je wilt kun je de donuts daarna versieren met strooisel.

Meng de suiker met kaneel en haal de andere helft van de warme donuts hier doorheen. Serveer ze warm of koud.

Extra benodigd

Bakpapier, aluminiumfolie