Gepocheerde eieren in rodewijnsaus

Bereiden

Bak voor de saus de groenten en het spek op matig vuur goudbruin. Verwijder ze met een schuimspaan uit de pan en voeg de boter toe. Smelt deze op matig vuur, strooi de bloem erin en roer voortdurend tot de roux bijna de kleur van cola heeft. Zet het vuur laag en schenk er langzaam en onder krachtig kloppen de warme bouillon bij. Voeg de tomatenpuree en de wijn toe en klop tot de roux is opgelost. Doe de gebakken groenten en het spek terug in de pan, voeg het bouquet garni toe en laat alles 15 minuten zachtjes koken. Schenk de saus door een zeef en voeg zout en peper naar smaak toe. Schenk de saus dan in een schone pan en warm hem op laag vuur op.

Schenk intussen ongeveer 8 cm water in een diepe, brede koekenpan en breng dit aan de kook. Breek elk ei boven een ramekin of kopje en voeg een druppel azijn toe. Klop krachtig in het kokende water en laat er een voor een de eieren in glijden. Zet het vuur laag en pocheer de eieren 3-4 minuten, tot de eierdooiers net gestold en nog iets zacht zijn.

Neem de eieren met een schuimspaan uit het water en serveer ze op warme toast; schenk de saus erover en erlangs.

Tips

Gebruik eieren die zo vers mogelijk zijn om te pocheren. Het wit van oude eieren wordt gerafeld en veerachtig, terwijl dat van een vers ei mooi bij elkaar blijft. Voeg voor een scherpe rodewijnsaus 10 geplette peperkorrels toe. Wil je de saus van tevoren maken, leg de gepocheerde eieren dan in een kom ijskoud water en schenk de saus in een luchtdichte doos. Bewaar beide in de koelkast. Warm de saus voor het serveren opnieuw op en verwarm de eieren door ze met een schuimspaan 30 seconden in kokend water te laten zakken.