Vegetarische fish-and-chips van bloemkool

Ingrediënten

• voor de bloemkoolvis
• 2 eetlepels extra vierge olijfolie
• 1 ui, gepeld
• 1 prei, boven- en onderkant verwijderd, afgespoeld
• 2 teentjes knoflook, gepeld
• 1 middelgrote bloemkool (600 g), stronk en roosjes
• 1 courgette (250 g)
• 2 scharreleieren
• 120 g amandelmeel
• 150 g hüttenkäse
• geraspte schil van 1 grote citroen zonder waslaagje
• ½ theelepel zeezout

• voor de patat
• 1 kg krieltjes, schoongeborsteld
• 2 eetlepels extra vierge olijfolie
• voor de tartaarsaus
• 2 eetlepels kappertjes, uitgelekt
• 3 eetlepels fijngesneden verse bladpeterselie
• 250 ml yoghurt
• sap van 1 citroen
• zeezout en versgemalen zwarte peper
• opdienen met
• verse bladpeterselie
• partjes citroen

Bereiden

Verwarm de oven, op heteluchtstand, voor tot 200 °C (gasstand 6) en bekleed 2 bakplaten met bakpapier.

Verhit de olie voor de bloemkoolvis in een grote koekenpan op middellaag vuur. Snipper de ui en prei en hak de knoflook fijn. Doe in de pan en fruit ongeveer 15 minuten of tot de ui en prei zacht zijn. Haal van het vuur en zet weg.

Snijd intussen de bloemkool in grove stukken en hak in de foodprocessor fijn tot het mengsel de textuur heeft van grove broodkruimels. Zet weg. Rasp de courgette, knijp overtollig vocht eruit (als het goed is houd je ongeveer 130 g geraspte courgette over) en zet weg. Breek de eieren in een grote mengkom en klop los. Voeg de gefruite groentes toe, de bloemkool, courgette en de rest van de ingrediënten voor de bloemkoolvis. Roer door elkaar.

Doop twee lepels in heet water en schud overtollig water eraf. Schep een volle eetlepel uit het bloemkoolmengsel en schep dit een paar keer van de ene op de andere lepel tot je een gladde quenelle hebt. Of gebruik je handen en maak mooie balletjes. Leg op een van de bakplaten. Herhaal met de rest van het mengsel.

Maak de patat. Snijd de aardappels in vieren, dep droog met keukenpapier en leg op de tweede bakplaat. Besprenkel met de olie, bestrooi met zout en peper en schep om.

Zet de bloemkoolvis en de patat tegelijk in de oven. Bak 25­30 minuten tot alles gaar, goudkleurig en knapperig is.

Snijd intussen de kappertjes grof en doe in een klein schaaltje. Voeg de rest van de ingrediënten voor de tartaarsaus toe, bestrooi met zout en peper en roer door elkaar.

Dien de bloemkoolvis op met de patat en een schep tartaarsaus. Bestrooi met peterselie en knijp er wat citroensap over.

Extra benodigd

Bakpapier, foodprocessor

Opmerking

'Onze vriezer heeft drie lades. De bovenste is gereserveerd voor bosvruchten, fruit en ijs. Die zit altijd helemaal vol. De tweede lade is voor groentes: meestal een mengsel van erwtjes, spinazie, broccoli en mais. In de derde lade bewaren we onze kliekjes. Onderop liggen een paar vergeten soepjes en curry's zonder etiket, wat brood, een rol perfecte pesto en, als we geluk hebben, ook een voorraadje van deze 'groente­vis'. Dit is onze vegetarische versie van de klassieker. Zoals bij de meeste gerechten die je met je handen kunt eten, zijn de kinderen er dol op. Maar ook bij volwassenen valt dit gerecht doorgaans goed in de smaak. Het is geen precieze imitatie van vis, maar de balletjes hebben wel datzelfde lichte gevoel. Met wat citroensap erover en wat tartaarsaus erbij zijn ze vrij overtuigend. De aardappels worden tegelijk met de 'vis' in de oven gebakken; wel zo makkelijk. Maak een dubbele hoeveelheid van deze bloemkoolvis, zodat je altijd een extra portie in de vriezer hebt liggen voor dagen waarop je er behoefte aan hebt.' - David Frenkiel en Luise Vindahl