Hongaarse zuurkoolsoep

Ingrediënten

• 400 g zuurkool, naar smaak gespoeld
• 1 zure appel, heel fijn gesneden of geraspt
• 75 g rookworst, in plakken
• 75 g Budapesti téliszalámi of andere (liefst Oost-Europese) droge- of kookworst, in plakken
• 50 gerookt spek, in blokjes
• kneepje kummel (karwij), zaad of poeder

• reuzel of boter
• 1 middelgrote ui, gesnipperd
• 2 teentjes knoflook, fijngehakt
• 60 g bloem
• mespuntje paprikapoeder
• 120 ml zure room

Bereiden

Zet de zuurkool en appel op met 1½ liter water. Breng aan de kook, draai het vuur lager en laat zachtjes pruttelen.

Bak in een ruime pan de worsten en het spek tot de laatste goudbruin is. Strooi de kummel er halverwege over. Schuif het vlees bij de zuurkool.

Zet de pan terug op het vuur en smelt een klont reuzel erin. Fruit daarin de ui en knoflook glazig en strooi de bloem erover, laat al roerend binden tot roux. Voeg paprikapoeder toe en een scheutje water; net genoeg om een dikke saus te maken. Roer die door de soep en laat nog 10 minuten zachtjes koken.

Draai het vuur uit en meng de zure room erdoor, maak op smaak met peper & zout. Serveer met dikke plakken boerenbrood.

Opmerking

'Hongaren maken deze soep natuurlijk met hun eigen kolbász, maar met een andere droge worst wordt hij bijna even lekker. Zolang er maar een rooksmaak, kummel en paprika in zit.' - Meneer Wateetons