Appeltaart van bladerdeeg uit Galicië

Ingrediënten

• klontje boter
• snuf bloem
• 10 vellen bladerdeeg, ontdooid
• 4 friszure appels, geschild en in parten
• rasp en sap van ½ biologische citroen

• 1 zakje echte vanillesuiker
• 50 ml crème fraîche of mascarpone
• 1 theelepel suiker
• 1 ei, losgeklopt
• 3 eetlepels gemberjam

Bereiden

Vet een bakplaat in met boter en bestuif met bloem. Vorm hierop een rechthoek van de vellen bladerdeeg. Leg de vellen iets overlappend op elkaar en druk ze op de randen lichtjes aan. Bestrijk eventueel heel licht met een natte vinger om het deeg beter te laten plakken. Snijd de appelparten in dunne plakjes en doe ze in een kom met het citroensap, de -rasp en vanillesuiker.

Klop de crème fraîche op met de suiker en het grootste gedeelte van het ei (houd een eetlepel apart om straks het deeg mee te bestrijken) en schep dit mengsel goed door de appel. Schep de appelvulling in het midden van het deeg, waarbij je aan beide zijkanten de helft van de deegvellen vrij laat. Snijd deze zijkanten om de 2 cm in en vouw ze om en om over de appel heen zodat je een visgraatachtig patroon krijgt.

Verwarm de oven op 200 °C. Bestrijk het deeg met het resterende ei en bak laag in de oven in ongeveer 30 minuten goudbruin. Neem de taart uit de oven en laat iets afkoelen.

Verwarm de gemberjam op zacht vuur in een steelpannetje tot deze vloeibaar is en bestrijk hiermee het knapperige bladerdeeg.

Opmerking

'Mijn tante Isabel is de dessertexpert in de familie en wordt, maar zeker niet alleen daarom, door mij 'la Dulce' genoemd. Ze bakte deze appeltaart altijd zonder deksel, zoals de klassieke Franse appeltaart, maar toen ze mijn Hollandse appeltaart zag werd ook haar bladerdeegtaart voorzien van een - nog kunstiger - deksel. Het is even een werkje, maar zie hoe mooi, en dus de moeite waard!' - Isabel Meniño