Baklava met abrikozen en amandel

Ingrediënten

• 10-12 velletjes filodeeg (diepvries), ontdooid
• 60 g boter
• 100 g amandelen, fijngehakt

• 100 g gedroogde abrikozen, fijngehakt
• 1 theelepel kaneel
• 2 eetlepels honing

Bereiden

Vouw de ontdooide stapel filodeegvelletjes in een schone, vochtige theedoek.

Verwarm de (hetelucht) oven voor op 175 °C.

Smelt de boter en gebruik een beetje ervan om het bakblik tot in de hoekjes met het kwastje in te vetten.

Bedek de bodem van een bakblik met een laagje filodeeg. Snijd de velletjes zo nodig op maat. (Dek de stapel filovellen steeds meteen weer af met de vochtige doek. Het deeg is zo dun dat het anders meteen zou uitdrogen.) Bestrijk met wat gesmolten boter en herhaal totdat je drie laagjes filodeeg hebt. Je hebt nu nog wat velletjes over.

Doe de gehakte amandelen en abrikozen in een kom en meng de kaneel erdoor. Verdeel nu de helft van dit mengsel over het filodeeg, dek af met een laagje filodeeg en bestrijk weer met boter. Verdeel de rest van het amandel-abrikozenmengsel over het filodeeg en dek ten slotte af met de laatste velletjes. Bestrijk met boter.

Schuif het bakblik in het midden van de oven en bak in ca. 35 minuten goudbruin. Haal de baklava uit de oven en druppel de honing erover. Laat de baklava afkoelen en snijd met een scherp mes in kleine vierkantjes.

Extra benodigd

Rechthoekig bakblik

Tip

Baklava wordt vaak geserveerd bij een kopje muntthee van verse muntbladeren. Doe een paar takjes munt in een hittebestendig glas en giet er kokend water op. Even laten trekken en klaar!