Peren-amandeltaart

Bereiden

Verhit de oven tot 160 °C hetelucht of 180 °C elektrisch. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit en bekleed er een taartblik van 24 cm met losse bodem mee. Laat het overtollige deeg over de rand van het blik hangen.

Zet het blik op een bakplaat en prik met een vork gaatjes in het deeg. Bekleed het deeg met bakpapier, strooi er een laag bakparels op (of droge bonen, linzen of rijst) en bak de bodem zo 15 minuten. Verwijder de parels en het papier en zet hem nog 5-10 minuten terug in de oven, of tot het deeg er droog uitziet en begint te verkleuren. Laat de bodem even in het blik afkoelen en snijd de overhangende randjes met een scherp mesje af. (Dit kan allemaal 24 uur van tevoren.)

Klop voor de amandelvulling de boter, suiker en het amandelextract in een grote kom, of de kom van een staande mixer, luchtig en romig. Meng het amandelmeel en volkorenmeel in een andere kom.

Doe een van de eieren met een lepel van het mengsel bij het botermengsel en klop alles goed door elkaar. Herhaal dit met het tweede ei en roer de rest van het meel er vervolgens met een metalen lepel door. Schep het mengsel in de deegbodem en strijk het in een egale laag uit.

Schil de peren, snijd ze in kwarten en verwijder de klokhuizen. Leg de partjes op het amandelmengsel en druk ze er een beetje in. Strooi de geschaafde amandelen erover. Zet de taart terug in de oven, nog steeds op 160 °C hetelucht of 180 °C elektrisch, en bak hem ongeveer 30 minuten, of tot de amandelvulling goudbruin is en net stevig aanvoelt. Haal hem uit de oven.

Laat de taart een beetje of volledig afkoelen, snijd hem in punten en geef er eventueel wat yoghurt of halfvolle crème fraîche bij.

Extra benodigd

Taartblik (Ø 24 cm), bakpapier, bakparels

Variatietip

Gebruik in plaats van de peren om het even welke andere soort seizoensfruit die je voorhanden hebt. Halve verse abrikozen, pruimen of reine claudes, hele bosbessen of kersen, of stukjes rabarber van 5-8 cm (die je wel even in sinaasappelsap en honing moet pocheren) werken bijvoorbeeld ook prima. In de winter zijn een paar in appelsap of calvados gewelde pruimen of gedroogde abrikozen een lekkere toevoeging.

Halfvolkoren kruimeldeeg

Meng 125 g fijn volkorenmeel en 125 g witte bloem met een snufje zout in een grote kom of de kom van een keukenmachine. Doe 125 g in blokjes gesneden of grof geraspte koude boter erbij en wrijf hem er met je vingers door, of pulseer hem in de machine, tot het mengsel de textuur van fijne broodkruimels heeft. Voeg met langzaam draaiende motor geleidelijk aan 1 middelgroot geklutst ei toe, of snijd het er met een tafelmes doorheen. Voeg zo veel koud water toe dat het deeg in grote klonten bij elkaar komt, maar bewerk het niet te lang. Stort het deeg op een met meel bestoven werkvlak, breng het met de hand bij elkaar en kneed er vlug een bal van. Druk de bal plat, wikkel het deeg in plasticfolie en leg het voor gebruik minstens 30 minuten, maar liefst een of twee uur in de koelkast. Het blijft 48 uur goed.

Opmerking

Dit is een prachtige taart, met een delicate, geurige frangipanevulling en verse peren die voor een natuurlijk zoetje zorgen. Voor een vluggere versie kun je de vulling en peren in plaats van in een deegbodem ook in een met boter ingevette ovenschaal bakken.