Saucijzenbroodjes met rabarberchutney

Bereiden

Maak de chutney: snijd de rabarber in boogjes en de appel in stukjes. Doe ze in een pan met 40 ml water. Zet een paar minuten op een laag vuurtje, al roerend, tot ze zacht worden. Voeg de ui en gember toe en warm een minuutje mee. Roer de azijn en suikers erdoor. Kook 1 minuut, doe het deksel erop en draai het vuur helemaal laag. Laat 25 minuten zacht koken; af en toe roeren.

Maak de worstenmix: als je worstjes gebruikt, snijd deze dan in de lengte open om het vlees eruit te kunnen halen en verdeel dit over drie schalen. Als je worstvlees gebruikt: verdeel over drie schalen en breng op smaak met wat zout en peper.

Verdeel het vlees met een vork in stukjes. Voeg nu aan elke schaal een van de drie smaken toe (bloedworst, citroen en bonen, maar wacht nog even met de bonen bij de laatste). Vermeng met een vork en dan met je handen.

Verhit de oven voor tot 220 °C (gasstand 7). Vet een grote bakplaat in.

Rol het bladerdeeg uit op een licht met bloem bestoven werkvlak tot het 30 x 25 centimeter groot is. Snijd de zijkanten netjes recht af en snijd het bladerdeeg in 6 gelijke delen.

Verdeel de worstenmixen in tweeën en rol er dikke, gelijkmatige worstjes van. Leg ze in het midden van een rechthoek bladerdeeg. Schep voor het saucijzenbroodje met bonen 1 tot 2 theelepels bonen op het vlees.

Kwast de rest van het bladerdeeg in met het losgeklopte ei. Vouw het deeg over het worstje en sluit het goed af om het worstje heen. Snijd een randje van het eind als het moet. Draai ze om en leg ze met de naad naar onderen op de bakplaat. Maak 4 lichte diagonale sneetjes over de bovenkant van de saucijzenbroodjes. Kwast er wat ei overheen en bestrooi met maanzaad.

Zet ze 20 minuten in de oven, of tot ze gaar en goudkleurig zijn. Leg ze op een rooster.

Dien ze warm of koud op met de rabarberchutney en ketchup. Ook lekker als snack voor onderweg of als lunch met kaas, fruit, brood en piccalilly.