Bloemkoolkotelet uit Milaan

Bereiden

Verwijder de bladeren van de bloemkool en snijd de stronk er vanaf. Zet de bloemkool met de snijkant op de snijplank en snijd de bloemkool in plakken van 1 cm dik. Je zou 3-4 'koteletten' uit de bloemkool moeten kunnen halen. De uit elkaar gevallen stukken bloemkool kun je voor iets anders gebruiken. We hebben alleen de mooie plakken nodig. Wrijf de plakken bloemkool royaal in met olijfolie, zout, peper en nootmuskaat.

Klop de bloem met 150 ml water tot een glad papje dat op pannenkoekenbeslag moet lijken. Kruid lichtjes met zout en peper. Dompel elke bloemkoolkotelet onder in het bloembeslag zodat elke kant goed bedekt is. Wentel de kotelet daarna in het paneermeel. Zorg ook nu dat alle kanten volledig bedekt zijn. Herhaal deze handelingen met alle koteletten.

Verhit in een diepe maar ruime sauspan een flinke hoeveelheid zonnebloemolie. De bloemkoolschijven moeten er in hun geheel in passen. Frituur de koteletten goudbruin en krokant, als de olie heet is. Laat uitlekken op keukenpapier. Serveer warm.

Opmerking

Toen ik voor de eerste keer in Milaan was, gingen we met vrienden van mijn papa naar een typisch Milanees restaurant. Ik, die toen nog niet vegan was, bestelde een van de bekendste Milanese gerechten: 'Orecchio di elefante' (olifantsoor). Dit is een kotelet die wordt platgeslagen tot een heel dunne en grote plaat. Deze wordt dan gepaneerd en krokant gebakken in een pan met boter. Dit is mijn vegan versie met bloemkool. Als je dit recept maakt, ga dan op zoek naar de grootste bloemkolen die je kunt vinden. Zo heb je hetzelfde wauw-effect.