Kip uit de oven met spek, knolselderij en rozemarijn

Bereiden

Verwarm de oven voor tot 190 °C (gasstand 5) en zet het rooster in het midden van de oven. Verwijder overtollig vet rond de opening aan de onderkant van de kip en gooi weg; spoel de kip van binnen en buiten af en dep goed droog. Bind de poten bij elkaar met keukentouw.

Verwarm een vuurvaste stoofpan van 5-7 liter op middelhoog vuur. Voeg het spek toe en laat onder af en toe roeren 3-4 minuten bakken, tot er wat vet begint vrij te komen en het spek bruin begint te kleuren. Voeg vervolgens de knolselderij toe en laat onder voortdurend roeren nog eens 5 minuten bakken tot de knolselderij net goudgeel van kleur is. Haal het spek en de knolselderij uit de stoofpan, die je op middelhoog vuur laat staan.

Breng de hele kip royaal op smaak met peper en zout (ongeveer 1 eetlepel zout) en leg de kip vervolgens met de borst omlaag in de stoofpan. Temper het vuur (middelhoog tot laag) en laat ongestoord ongeveer 5 minuten braden tot de borst net goudgeel van kleur is.

Leg de kip nu met de borst omhoog in de pan, draai het vuur hoger (middelhoog tot hoog) en laat 1 minuur braden. Schenk de Calvados in de pan, laat aan de kook komen en laat vervolgens met een lucifer voorzichtig ontbranden. Houd het deksel van de stoofpan bij de hand om de vlammen zo nodig te doven. Schenk als de vlammen uitgaan 125 ml water in de stoofpan. Doe het spek en de knolselderij terug in de stoofpan en strooi de rozemarijn en jeneverbessen over de kip. Dek de pan af met aluminiumfolie en doe het deksel er vervolgens goed sluitend op.

Laat de kip 1 uur braden in de oven, neem de stoofpan vervolgens uit de oven, verwijder het deksel en de folie en laat de kip 15 minuten rusten. Doe over op een snijplank, snijd aan en serveer met de knolselderij, het spek, braadvocht en zeezoutvlokken om aan rafel rond te laten gaan.

Extra benodigd

Keukentouw, aluminiumfolie

Tip

Het schoonmaken en in stukken snijden van knolselderij is een fluitje van een cent. Snijd eerst de boven- en onderkant eraf en verwijder daarna met een mes of dunschiller de schil en wortels. Kleine, zware knollen bestaan uit compacter, zachter vlees dan grotere, lichtere exemplaren, waarin holtes kunnen voorkomen. Snijd de knolselderij klein volgens de aangegeven afmetingen; kleinere stukjes worden papperig, terwijl grotere stukken niet helemaal gaar worden.