Pindasaus (saus kajang)

Ingrediënten

• 250 g in olie gebakken ongezouten pinda's
• 1 ui
• 2 teentjes knoflook
• 5 cm laos (galangawortel)
• 50 ml plantaardige olie
• 1 eetlepel sambal ulek
• 5 blaadjes djeruk purut (citroenblad)
• 3 blaadjes salam (Indonesische laurier)
• 2 eetlepels tamarindepasta
• 40 g gula djawa (palmsuiker)
• sap van ½ citroen
• 2 theelepels zout

Bereiden

Maal 150 g pinda's met 4 eetlepels water in een keukenmachine of blender fijn. Het is niet erg als er nog een paar stukjes in zitten. Stamp de overige pinda's in een vijzel tot kleine stukjes. De stukjes geven de saus een lekkere crunch.

Snipper de ui fijn en hak de knoflook fijn. Snijd de laos in plakjes. Verhit de olie in een pan met dikke bodem en fruit de ui en knoflook aan tot de ui zacht is. Voeg de sambal, laosplakjes, djeruk purut, salam en tamarindepasta toe en laat 5 minuten zachtjes pruttelen.

Hak de gula djawa fijn en doe in de pan samen met het citroensap en zout. Laat de gula djawa smelten. Meng de fijngemalen pinda's erdoor. Zet het vuur uit en meng de pindakruimels erdoor. Je hebt nu een dikke basis voor pindasaus, die je in de koelkast weken kunt bewaren.

Doe als je de saus wilt eten wat van de pindabasis in een steelpan. Voeg beetje bij beetje koud water toe terwijl je de saus al roerende verwarmt, tot je een mooie lopende saus hebt. Laat niet koken want dan gaat de saus schiften (de olie komt bovendrijven). Haal, mocht dat toch gebeuren, de pan direct van het vuur en voeg een lepel koud water toe.

Extra benodigd

Keukenmachine of blender, vijzel