Boterkoek met amandelen en hazelnoten

Ingrediënten

• 150 g fijne tafelsuiker
• 250 g tarwebloem
• rasp van ¼ citroen
• 200 g zachte boter
• 1 eidooier
• wat losgeklopt ei, om te glazuren
• 55 g walnoten, fijngehakt (desgewenst)

• 100 g (gekonfijte) gember, uitgelekt en fijngehakt (desgewenst)
• 75 g fijne droge (ongezoete) kokos (desgewenst)
• 55 g hele blanke amandelen (desgewenst)
• 55 g gepelde hazelnoten (desgewenst)

Voorbereiden

Meng de tafelsuiker, de bloem, ¼ theelepel zout en de citroenrasp in een grote kom. Voeg de zachte boter en de eidooier toe en kneed alles goed door elkaar. Als je walnoten, gember of kokos gebruikt, moet je die er nu door kneden. Vorm het deeg dan tot een bal en leg die in een afgesloten plasticzak een nacht in de koelkast.

Bereiden

Haal het deeg de volgende dag uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.

Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet de vorm in en bestuif met bloem.

Kneed het deeg heel kort, vorm er dan een grote cirkel van en leg die in de bakvorm. Druk het deeg met je hand zo egaal mogelijk in de vorm. Bestrijk met losgeklopt ei. Gebruik je amandelen of hazelnoten, druk die dan in het oppervlak. Zo niet, kerf dan met een vork een ruitpatroon in het oppervlak.

Bak de koek 20-25 minuten in de oven. Boterkoek mag nooit hard of knapperig zijn, dus hij moet worden gebakken tot hij net gaar is. Hij is zacht als hij uit de oven komt. Laat in de bakvorm afkoelen tot lauwwarm en leg hem dan voorzichtig op een rooster om helemaal af te koelen.

Bewaar de koek in een luchtdichte trommel op een koele plaats, zodat de boter niet ranzig wordt. Hij blijft minstens een week goed, maar is het lekkerst na 24 uur. Serveer in blokjes.

Extra benodigd

Bakvorm (Ø 24 cm)