Poffertjes met kervel, auberginekaviaar en granaatappel

Bereiden

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Stamp de knoflook fijn met de komijnzaadjes en 1 flinke mespunt zout. Besmeer de open kant van de aubergines met dit mengsel. Druk de auberginehelften weer op elkaar en wikkel ze in aluminiumfolie. Bak ze 40 minuten in de oven, tot de aubergines zacht zijn, pak ze uit en laat afkoelen.

Haal het vruchtvlees met een lepeltje uit de aubergines, doe het in een pan en gooi de schil weg. Voeg de olie toe en verwarm het mengsel al roerend tot het gaat borrelen. Laat ongeveer 5 minuten koken, zodat het vocht verdampt en de smaak intenser wordt. Laat afkoelen en meng de granaatappelsiroop (of het citroensap) erdoor, 1 eetlepel yoghurt en peper en zout naar smaak.

Meng 2 eetlepels granaatappelpitten door de resterende yoghurt en zet weg.

Maak de poffertjes. Meng alle ingrediënten door elkaar (behalve wat blaadjes kervel voor de garnering) tot een glad beslag. Smelt de boter in een koekenpan. Schep volle theelepels beslag in de pan en bak 1 tot 2 minuten aan beide kanten. Keer de poffertjes om als de belletjes die aan de oppervlakte komen uit elkaar beginnen te spatten.

Leg op elk poffertje 1 theelepel auberginekaviaar. Eindig met wat yoghurt, een paar granaatappelpitten en 1 takje kervel.

Extra benodigd

Aluminiumfolie

Opmerking

Auberginekaviaar wordt ook wel eens 'de kaviaar van de armen' genoemd, maar dat is niet terecht. Weliswaar is in dit recept geen enkel viseitje te vinden, maar deze hapjes zijn toch geraffineerd genoeg om als amuse te dienen of als voorgerecht voor een feestmaal. Door de granaatappelpitten zien deze poffertjes er nog chiquer uit.