Romeinse pasta met lentegroenten

Ingrediënten

• 160 g guanciale (varkenswangspek) of bacon, in plakken
• 2 grote artisjokken
• 80 g erwten, gedopt
• 80 g tuinbonen, gedopt
• 1 eetlepel olijfolie

• 1 lente-ui, gehakt
• 400 g tonnarelli (of spaghetti)
• 40 g pecorino, geraspt
• 10 muntblaadjes

Bereiden

Snijd de guanciale in reepjes van ongeveer 2 cm breed. Maak de artisjokken schoon. Breek de stengel, verwijder de harde vezels van de onderkant en verwijder de bladeren met de hand. Verwijder het hooi. Was de artisjokharten in schoon water. Snijd ze in de lengte in dunne plakken.

Blancheer de erwten en tuinbonen 1 minuut in gezouten, kokend water.

Verwarm de olijfolie in een koekenpan op hoog vuur en bak de guanciale uit in 10 minuten. Voeg de artisjokken toe en bak ze 5 minuten mee. Voeg de lente-ui toe, draai het vuur tot halfhoog en bak de guanciale en groenten nog 10 minuten.

Kook intussen de tonnarelli gaar in gezouten, kokend water in een grote pan. Neem een soeplepel van het kokende water terwijl de pasta kookt en giet het water in de koekenpan. Draai het vuur hoger en roer goed zodat een saus ontstaat.

Giet de pasta af, zodra hij al dente is, en voeg hem onmiddellijk toe aan de groentesaus in de koekenpan. Voeg de tuinbonen en de erwten toe en meng volgens de mantecare-methode (zie onderaan het recept).

Serveer de vignarola bestrooid met pecorino en muntblaadjes. Eet smakelijk!

De mantecare-methode

Om een pasta te mantecare, giet je hem 1 tot 2 minuten eerder af dan staat aangegeven op de verpakking. Houd een beetje kookvocht achter. Maak de pasta af in de pan met de saus en voeg 1 tot 2 soeplepels kookvocht toe. Sprenkel zodra het vocht is verdampt, olijfolie over de pasta. Meng de pasta net zoals de risotto - met een flinke beweging van de pols zodat de pasta, de saus en de olie goed binden.