Radijsbladsoep met karwijzaad

Bereiden

Was en halveer de radijsjes (of snijd in kwarten als ze echt groot zijn). Doe de boter in een koekenpan met dikke bodem en zet op middelhoog vuur. Doe de radijsjes erbij en bak 3 minuten tot hun kleur iets vervaagt en in het vruchtvlees trekt. Zorg ervoor dat de pan niet te heet wordt, want dan verbrandt de boter. Voeg de radijsblaadjes (als je die hebt), het karwijzaad en een snufje peper en zout toe en bak nog 30 seconden zodat de geur vrijkomt. Zet apart.

Bak de ui, de courgette, de prei, de muntsteeltjes, het laurierblaadje, de bleekselderij en de knoflook 10 minuten in de milde olijfolie op laag vuur. Voeg 700 ml water, de radijsjes en de rijst toe. Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat 25 minuten zachtjes koken tot de rijst gaar is.

Haal de muntsteeltjes eruit, voeg de radijs- en muntblaadjes toe en pureer tot een gladde, felgroene soep. Serveer zo snel mogelijk om de kleur te behouden. Laat de soep niet opnieuw aan de kook komen, want ook dan vervaagt de kleur. Garneer elke kom soep met geraspte radijs en een klontje boter.

Extra benodigd

Staafmixer of blender

Bewaren

De soep raakt wat van zijn felgroene kleur kwijt, maar is drie dagen houdbaar in een afgesloten bakje in de koelkast. Verwarm op het fornuis, laat tegen de kook aan komen en serveer. De radijsjes in boter met karwijzaad kun je het beste meteen eten.