Gemarineerde kipsaté-spiesjes met zelfgemaakte pindasaus

Voorbereiden

Rijg het vlees aan de gewelde satéprikkers. Leg ze naast elkaar in een ovenschaal. Meng de rest van de ingrediënten in een kom en giet over het vlees heen. Beweeg de schaal een beetje heen en weer zodat de marinade de kip bedekt. Dek af en laat minimaal 4 uur marineren (maar niet langer dan 6 uur).

Bereiden

Maak voordat je de saté gaat barbecueën (of gewoon in de pan bakt) de pindasaus. Rooster de rauwe pinda's: verwarm de oven voor tot 180 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier en strooi de pinda's erover uit. Rooster 8 minuten of tot de pinda's beginnen te kleuren. Laat afkoelen.

Pak je vijzel erbij en begin met het stampen van de pinda's. Neem eerst een handje pinda's en doe er steeds iets meer bij. Het moet een echte pindakaas worden. Voeg de trassie, palmsuiker, knoflook, sojasaus, 2 eetlepels van de tamarinde, 2 eetlepels van het tamarindewater en de arachideolie toe. Proef of je de saus zo lekker vindt of dat er nog iets meer zout, zuur of zoet bij moet. Voeg eventueel ook nog wat chilivlokken toe.

Verhit intussen de barbecue of grill voor. Bak de satéspiesen 6 minuten, draai ze telkens om totdat ze een mooie grillkorst krijgen. Serveer met de pindasaus.

Extra benodigd

12 satéprikkers (geweld in lauwwarm water), bakpapier

Opmerking

'Ik weet ook wel dat de satékwak die je in het eetcafé krijgt gewoon een pot pindakaas met sambal is. Om thuis de saté-men van de saté-boys te onderscheiden kan zuur helpen. En wel in de vorm van tamarinde. Haal zo'n blok bij de Aziatische supermarkt en ontdek die complex zure smaak. De sprouts die je op de receptfoto ziet zijn China rose, die hebben een uitgesproken maar elegant geparfumeerde smaak.' - Bas Robben