Krabkoekjes met citroenmayonaise

Ingrediënten

• 400 g krabvlees (vers, diepvries of uit blik)
• 70 ml mayonaise
• 1 eetlepel dijonmosterd
• 1 ei
• 1 theelepel gerookt paprikapoeder
• nootmuskaat
• sap van ¼ citroen
• 1 theelepel worcestersaus

• 60 g panko of paneermeel
• handvol verse bladpeterselie, fijngehakt
• 8 sprietjes vers bieslook, fijngehakt
• arachideolie, om te bakken
• 1 citroen, in partjes
• voor de citroenmayonaise
• 8 eetlepels mayonaise
• rasp en sap van 1 citroen

Bereiden

Laat krabvlees uit de diepvries of uit blik goed uitlekken. Dep droog met keukenpapier.

Meng voor de krabkoekjes in een kom de mayonaise, mosterd en het ei met een garde. Voeg het paprikapoeder, de nootmuskaat, het citroensap en de worcestersaus toe en meng met een lepel. Voeg de krab toe en kneed dit tot een geheel zonder dat je het fijn maakt. Voeg de panko, peterselie, het bieslook, zout en peper naar smaak toe en meng nog een keer. Als de koekjes nog iets te nat aanvoelen, meng je er nog wat extra panko doorheen. Dek de kom af met plasticfolie en zet 2 uur in de koelkast.

Maak de citroenmayonaise door de mayonaise te mengen met het sap en de rasp van de citroen. Breng op smaak met zout en peper.

Verhit een laagje arachideolie in een koekenpan en bak de koekjes in 4-5 minuten aan beide kanten goudbruin op middelhoog vuur.

Serveer de krabkoekjes met de citroenmayonaise en de partjes citroen. Strooi er eventueel nog wat citroenrasp over.

Extra benodigd

Plasticfolie

Opmerking

'De Canadese krabben worden net als de kreeften met vallen gevangen. Die krabbenvallen zien er wel heel anders uit. De kreeft wordt gevangen met een soort krat van gaas en houten latjes. Het krat bestaat uit twee compartimenten: die worden 'de keuken' en 'de salon' genoemd. In de keuken zitten stukken vis als aas op een spies. Via een fuik kruipt een kreeft naar binnen en de keuken in. Zodra er een nieuwe kreeft binnenkomt - kreeften zijn nogal territoriaal - jaagt hij zijn voorganger via een andere fuik naar de salon. Zo komt het weinig voor dat één kreeft al het aas op eet. Bij krabben werkt het allemaal veel simpeler. De krabbenval is eigenlijk een grote, ronde, stalen kooi. Aan de bovenkant zit een flink gat. In het midden zweeft een net met aas aan een touwtje. De krabben ruiken het aas en klimmen op de val, maar voordat ze erbij kunnen, vallen ze over de rand in de kooi en kunnen er vervolgens niet meer uitklimmen.' - Bart van Olphen