Krabkoekjes (crab cakes)

Ingrediënten

• 1 ei
• 50 g mayonaise
• 25 g gehakte sjalot
• ½ teentje knoflook, fijngehakt
• 1 theelepel zout of old bay seasoning
• 1 eetlepel gehakte peterselie
• 1 theelepel bieslook
• 50 g crackers (bijvoorbeeld cracottes)
• 240 g krabvlees uit blik (uitgelekt) of het vlees van een gekookte krab
• 20 g boter
• 1 eetlepel olijfolie
• 1 citroen voor de garnering

• voor de saus
• 1 theelepel kappertjes
• 1 theelepel ingelegde augurkjes (of andere kleine ingelegde groenten)
• 1 theelepel fijngehakte sjalot (optioneel)
• 1 eetlepel gehakte bieslook
• 1 eetlepel yoghurt of verse slagroom
• 1 eetlepel mayonaise
• 1 eetlepel olijfolie
• ½ theelepel zout of old bay seasoning
• 1 eetlepel citroensap

Bereiden

Meng het ei, de mayonaise, de sjalot, de knoflook, het zout (of de old bay seasoning), de peterselie en de bieslook. Vermaal de crackers met een deegroller tot poeder. Voeg het poeder toe en meng goed. Doe het krabvlees erbij zonder het eerst te verkruimelen; dat gebeurt vanzelf als je alle ingrediënten mengt. Verdeel het mengsel in 4 balletjes en duw ze een beetje plat: dit zijn de krabkoekjes.

Verhit de olijfolie met de boter in een skillet of een gietijzeren koekenpan op halfhoog tot hoog vuur. Wacht tot de boter bruist, leg de krabkoekjes voorzichtig in de pan en bak ze 4 minuten aan elke kant.

Maak ondertussen de saus. Hak met een mes de kappertjes en de augurkjes heel fijn en meng ze in een grote kom voorzichtig met de andere ingrediënten.

Serveer de crab cakes warm met de saus en de in kwarten gesneden citroen.