Gegrilde coquilles met rode-peperdressing

Bereiden

Stamp de pepers, korianderwortel, knoflook en ½ theelepel zout voor de rode-peperdressing in een vijzel tot een gladde pasta. Doe het limoensap, de vissaus en de suiker erbij en roer tot de suiker opgelost is. Laat de dressing 15 minuten staan om de smaken op elkaar in te laten werken en te verzachten. Hij moet pikant en zuur, maar ook licht zoetig smaken.

Maak de coquilles schoon. De beste manier om dat te doen is door een tafelmes tegen de binnenkant van de bovenste (platte) schelp te schuiven om het vlees los te halen, zodat je de schelp helemaal open kunt klappen. Schep het vlees nu met een eetlepel los van de onderste (holle) schelp. Was de coquille in een kom koud water en verwijder het zwarte spijsverteringskanaal. Leg het witte vlees en het oranje koraal (kuit) apart. Maak de holle schelp goed schoon om de coquille straks in te serveren en herhaal dit met de rest van de schelpen.

Zet de grill op de hoogste stand. Snijd het witte vlees doormidden maar laat de stukjes koraal heel. Leg de coquilles terug in de holle schelpen en leg ze op een grillplaat. Schep 1 eetlepel van de rode-peperdressing op elke coquille en gril ze 1-2 minuten, tot ze net gaar zijn.

Haal de schelpen onder de grill vandaan en schep er nog 1 eetlepel rode-peperdressing op. Serveer ze meteen, maar doe voorzichtig met de hete schelpen!

Extra benodigd

Vijzel

Opmerking

Deze eenvoudige coquilles zijn door de rode peper, vissaus en het limoensap echte smaakbommetjes. Hoewel ik het hier een snack noem, zijn ze ook perfect als voorgerecht, vooral als je de coquilles in de schelp serveert, maar helaas worden ze zelden in de schelp verkocht. Leg daarom om te beginnen bamboeprikkers een uur in water in de week, rijg een paar coquilles aan elke prikker en rooster ze kort onder de hete grill, terwijl je ze maar één keer draait. Serveer de rode-peperdressing erbij als dipsaus, of besprenkel de spiesjes vlak voor het serveren.